De DASS is een vragenlijst voor het weergeven van negatieve emoties met als doel drie symptoomgroepen te onderscheiden, namelijk angst, depressie en stress.
Geef voor ieder van de onderstaande uitspraken aan in hoeverre de uitspraak de afgelopen week voor u van toepassing was door een nummer te omcirkelen. Er zijn geen goede of foute antwoorden. Besteed niet te veel tijd aan iedere uitspraak, het gaat om uw eerste indruk.
Helemaal niet | Een beetje | Behoorlijk | Zeker of meestal | |
Ik merkte dat ik overstuur raakte van onbelangrijke zaken | ||||
Ik merkte dat mijn mond droog aanvoelde | ||||
Ik was niet in staat om ook maar enig positief gevoel te ervaren | ||||
Ik had moeite met ademhalen (bijv. overmatig snel ademen, buiten adem zijn zonder me in te spannen) | ||||
Ik kon maar niet op gang komen | ||||
Ik had de neiging om overdreven te reageren op situaties | ||||
Ik voelde me beverig (bijv. onvast ter been zijn) | ||||
Ik vond het moeilijk om te ontspannen | ||||
Er waren situaties die me zo angstig maakten dat ik erg opgelucht was wanneer het ophield | ||||
Ik had het gevoel dat ik niets had om naar uit te kijken | ||||
Ik merkte dat ik gemakkelijk overstuur raakte | ||||
Ik was erg opgefokt | ||||
Ik voelde me verdrietig en depressief | ||||
Ik merkte dat ik erg ongeduldig werd van oponthoud (bijv. wachten op een lift, stoplichten, file) | ||||
Ik had het gevoel flauw te gaan vallen | ||||
Ik had mijn interesse in zo'n beetje alles verloren | ||||
Ik had het gevoel dat ik als persoon niet veel voorstel | ||||
Ik merkte dat ik nogal licht geraakt was | ||||
Ik transpireerde merkbaar (bijv. zweethanden) terwijl het niet warm was en ik me niet inspande | ||||
Ik was angstig zonder enige reden | ||||
I felt like my life wasn't worth living | ||||
Ik vond het moeilijk op verhaal te komen | ||||
Ik had moeite met slikken | ||||
Ik was niet in staat om enig plezier te hebben bij wat ik deed | ||||
Ik was me bewust van mijn hartslag terwijl ik me niet fysiek inspande (bijv. het gevoel van een versnelde hartslag of het overslaan van het hart) | ||||
Ik voelde me somber en zwaarmoedig | ||||
Ik merkte dat ik erg snel prikkelbaar was | ||||
Ik had het gevoel dat ik bijna in paniek raakte | ||||
Ik vond het moeilijk tot rust te komen nadat iets me overstuur had gemaakt | ||||
Ik was bang dat ik van mijn stuk zou raken bij een eenvoudige nieuwe bezigheid of taak | ||||
Ik was niet in staat om over ook maar iets enthousiast te worden | ||||
Ik vond het moeilijk om te dulden dat ik gestoord werd bij wat ik aan het doen was | ||||
Ik was erg nerveus | ||||
Ik had het gevoel niets waard te zijn | ||||
Ik had volstrekt geen geduld met dingen die me hinderden bij iets dat ik wilde doen | ||||
Ik voelde me ontzettend angstig | ||||
Ik kon niets in de toekomst zien om me op te verheugen | ||||
Ik had het gevoel dat mijn leven geen zin had | ||||
Ik merkte dat ik erg onrustig was | ||||
Ik maakte me zorgen over situaties waarin ik in paniek zou raken en mezelf belachelijk zou maken | ||||
Ik merkte dat ik beefde (bijv. met de handen) | ||||
Ik vond het moeilijk om het initiatief te nemen om iets te gaan doen |
Score Depressie:
0
Score Angst:
0
Score Stress:
0
- Depressie:
- Angst:
- Stress: